Leverstoornissen bij grasparkieten
Wanneer een grasparkiet last heeft van leverproblemen, gaat het niet om een op zichzelf staande ziekte. Leverstoornissen zijn het gevolg van verschillende oorzaken en kunnen zich op diverse manieren uiten. Daarom is een nauwkeurige diagnose door een vogelkundige dierenarts van groot belang.
Oorzaken
Vanwege de complexiteit is het onmogelijk om alle oorzaken op te sommen. Daarom beperken we ons tot de meest voorkomende gevallen. De meeste leverstoornissen ontstaan door overbelasting van de lever in haar functie als stofwisselings- en ontgiftingsorgaan.
Veel grasparkieten in huiselijke omgeving hebben, door een verkeerde voeding, de neiging tot vervetting en een daarmee gepaard gaande vergroting van de lever. Ook tumoren, infecties (veroorzaakt door bacteriën en/of virussen), ontstekingen (zoals hepatitis) of giftige stoffen (zoals zware metalen of schimmeltoxines) kunnen leiden tot een abnormale zwelling van de lever en verstoring van allerlei stofwisselingsprocessen. Hierdoor ontstaat druk in de buikholte, wat andere organen kan aantasten. Vaak gaat dit gepaard met ascites (vochtophoping in de buik).
Symptomen
De symptomen van leverproblemen zijn vaak vaag en kunnen ook op andere aandoeningen wijzen. Voorbeelden van niet-specifieke symptomen zijn ademhalingsproblemen, verlammingen, desoriëntatie of trillingen. Deze kunnen duiden op een toenemende vergiftiging van het lichaam, maar ook op andere ziektes, zoals een beroerte.
Een veel voorkomend en typisch symptoom is een overmatige, misvormende groei van de snavel en nagels. Ook kan de snavel donkerder van kleur worden. Bij het verenkleed kan het opvallen dat dit dof en rommelig oogt, maar niet per se uitvalt. Abnormale veergroei, waarbij de veren verkeerd groeien of verkleurd zijn, kan ook op leverproblemen wijzen. Let op: veranderingen aan snavel en verenkleed kunnen ook andere oorzaken hebben, zoals PBFD!
Een ander mogelijk symptoom is een verandering in de ontlasting. Deze kan geelgroen van kleur en afwijkend van vorm zijn. Door zwelling van de lever kan het poepen moeilijker en pijnlijk worden. Soms veroorzaken leveraandoeningen jeuk, wat ertoe kan leiden dat de vogel zichzelf begint kaal te plukken.
De juiste diagnose
De diagnose en behandeling van leverproblemen behoren in handen te zijn van een gespecialiseerde vogelarts.
Om andere ziekten uit te sluiten, zijn röntgenfoto’s, ontlastingsonderzoek en – indien mogelijk – bloedonderzoek nodig. Zo kunnen leverwaarden en ontstekingswaarden worden bepaald.
Alleen kijken en voelen of het snel toedienen van antibiotica zijn geen geschikte methoden en wijzen op een gebrek aan ervaring met siervogels.
Behandeling
De behandelmethode hangt af van de oorzaak en moet worden afgestemd op de vogel door een deskundige dierenarts.
In veel gevallen is een aanpassing van het dieet noodzakelijk. Vetrijk voer moet vervangen worden door licht verteerbare en voedzame voeding. Wilde kruiden en groenten zijn zeer geschikt; fruit wordt vanwege het suikergehalte afgeraden.
Ook worden vaak vitamines, mineralen en aminozuren voorgeschreven. Gebruik hierbij niet zomaar producten uit de dierenwinkel, maar volg altijd het advies van de dierenarts.
Veel leverondersteunende middelen bevatten extracten van mariadistelzaden. In overleg met de dierenarts kan mariadistelpulver tijdelijk aan het voer worden toegevoegd. Ook paardenbloem en vogelmuur zijn goed voor de leverfunctie.
Ligt de oorzaak bij vergiftiging (bijvoorbeeld door zink) of parasieten, dan is het belangrijk om de omgeving van de vogels te controleren en aan te passen.
Prognose
Hoe eerder een leverstoornis wordt vastgesteld, hoe beter de kans op herstel van de lever. Toch kunnen hierover geen algemene uitspraken worden gedaan, omdat alles afhankelijk is van de oorzaak. Sommige vogels reageren binnen enkele weken goed op de behandeling, terwijl anderen levenslang leverondersteunende therapie nodig hebben.
Als de schade aan de lever te groot is en de stofwisseling niet meer goed functioneert, kan ondanks alle inspanningen orgaanfalen optreden. Het is daarom van groot belang dat deze aandoening nooit op eigen initiatief wordt behandeld, maar altijd onder begeleiding van een gespecialiseerde vogelarts.